Leiden in last

Donderdag 26 februari 2015

Sinds een paar dagen geldt dit des te meer voor naburige kustplaatsen als Scheveningen, Katwijk en Noordwijk. Onlangs verschenen een bericht van Eneco en een artikel in de Telegraaf over de start van de bouw van het windpark Luchterduinen voor de kust van Noordwijk. Bij de gemeente Noordwijk was de suggestie gewekt dat er nog ruimte voor discussie was over de plaats van dat park vanwege de horizonvervuiling. Immers, uit een rapport was gebleken dat de horizonvervuiling de badplaatsen zeker 6.000 arbeidsplaatsen zal kosten met alle economische schade van dien. http://vrijehorizon.nl/rapport/rapport-buck-international-consultants-windmolenparken-dicht-op-de-kust/

Thans is duidelijk dat de bouw van het windpark Luchterduinen is begonnen en dat alle discussie en bezwaren die volgens de democratische regelen gevoerd hadden moeten worden, met voeten zijn getreden. Het Ministerie van Infrastructuur & Milieu had de kustgemeenten geheimhouding willen opleggen na de presentatie van een animatiefilm.

Dit toont aan in welk troebel water de wind- en milieulobby aan het vissen zijn alsmede de volgzaamheid van de politiek.

Een eenvoudig rekensommetje dat elke zeezeiler maakt om zijn positie te bepalen bij het boven de kim komen van een vuurtoren van op de zeekaart aangegeven hoogte, laat zien dat de geplande windmolens pas op tenminste 60 kilometer staande op het strand, achter de kim verdwijnen. Luchterduinen wordt gebouwd op ca. 25 kilometer afstand. Wat dit betekent voor de hotels op de boulevard, nog eens 7 meter hoger, laat zich raden.

Rond hernieuwbare energie en de energietransitie vallen een paar dingen op die versterkt door de gang van zaken rond Luchterduinen de aandacht verdienen.

Zo is ten eerste meer dan voldoende duidelijk geworden uit berekeningen van diverse zijden dat de huidige hernieuwbare energieplannen (wind, zon en biomassa) onhaalbaar en onbetaalbaar zijn. https://www.groene-rekenkamer.nl/download/Windrapport-20-06-2014def1.pdf 

Ten tweede is uit deze zelfde berekeningen duidelijk dat die hernieuwbare energiebronnen in hun huidige vorm geen schijn van kans bieden fossiele bronnen ooit te kunnen vervangen.
Windenergie is bovendien uitontwikkeld mede vanwege de Wet van Betz. De vraagvolgende bijdrage (90% voor de huidige elektriciteitcentrales) van hernieuwbaar drukt zich door de wisselvalligheid van het weer dan ook uit in luttele procenten (<3% voor het winddeel van het Energieakkoord tegen kosten van tenminste € 60 miljard) en zal nauwelijks meer kunnen bereiken.

Ten derde is gebleken dat er thans eerder sprake is van een prestigeslag en botsing van wensdenken met de werkelijkheid dan van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen/ Politiek bedrijven met cognitieve dissonantie bij voorstanders als gevolg. Dit, nu het fiasco van hernieuwbaar door diezelfde berekeningen onmiskenbaar is gebleken. Tot op heden ontbreekt de (kosten)berekening van het tegendeel.

Ten vierde. Niemand heeft onomstotelijk aangetoond dat de genoemde hernieuwbare energiebronnen de onafhankelijkheid van externe energiebronnen kan bewerkstelligen. Niemand heeft aangetoond dat de hernieuwbare energiebronnen dezelfde leveringszekerheid kunnen geven als de huidige. Niemand heeft aangetoond dat die bronnen even betaalbaar zijn dan de huidige en dat de subsidies dus kunnen worden afgeschaft.

Het zou dus wenselijk zijn dat de voorstanders van hernieuwbare energie al de voornoemde punten afdoende zouden beantwoorden. De kans hierop lijkt niet groot. Vandaar de opmerking over een prestigeslag, want hier gaat het om nu dat antwoord niet gegeven kan worden. Alle onbewezen argumenten over een unieke en catastrofale opwarming door menselijk toedoen, opraken van fossiele bronnen en afhankelijkheid van schurkenstaten fungeren hierbij louter als gratuit zand in de ogen van de belastingbetaler. Er zijn immers voldoende mogelijkheden deze problemen, zo ze al bestaan, langs andere wegen op te lossen, maar deze worden door de milieubeweging met Njet bejegend.

Het mag echter niet zo zijn dat een handjevol milieu- en industriebelanghebbenden hierin de dominante rol speelt die zij thans onterecht spelen. Het gaat nogmaals om prestige, behoud van macht en angst voor politiek gezichtsverlies nu men vreest zichzelf tegen te komen. Puur eigenbelang dus dat niet door propagandistisch misleidend wensdenken verhuld kan worden.

Het moge duidelijk zijn dat de volgende generatie hier niet bij gebaat is. Deze opstelling is dan ook in strijd met de VN-definitie van duurzaamheid.

De vraag werd gesteld waarom men dan desondanks voor 1.400 windmolens voor de kust opteert. Het bevestigende antwoord zullen deskundigen op het gebied van massapsychologie beter kunnen geven. De geschiedenis kent talloze voorbeelden hiervan. Het is een terugkerend verschijnsel helaas en maar al te menselijk.

Men zou zich als voorstander van hernieuwbare energie dit bewust moeten zijn, alvorens zich uit te putten in verontwaardiging over voornoemde kanttekeningen.

Tot slot begint op te vallen dat er een toenemende neiging bij beleidsmakers en uitvoerders bestaat om de democratische normen te negeren. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling die eerder wijst op een wanhoopsoffensief dan op rationele overwegingen in het zicht van het nakend fiasco van hernieuwbaar.

Energietransitie van de ene economisch stabiele en voordelige vorm naar de ander is noodzakelijk en ook haalbaar, maar zeker niet met de huidige instabiele, economisch nadelige en onbetrouwbare hernieuwbare bronnen. Dit is de onomstotelijke vaststelling waar men aan zal moeten wennen.