De oorlog van Urgenda

Woensdag 27 september 2017

Gastbijdrage van Jeroen Hetzler

“Uit transities uit het verleden blijkt dat als de juiste combinatie van urgentie, wilskracht en leiderschap aanwezig is, een doorbraak kan worden gecreëerd die tot versnelde transitie leidt. In de Tweede Wereldoorlog was het Rooseveld die vier dagen na Pearl Harbor tegen de auto-industrie zei dat ze moesten stoppen met auto’s produceren en moesten produceren voor de oorlogsindustrie. Ford bouwde op het hoogtepunt van de oorlog 600 vliegtuigen per maand. Dus als de noodzaak gevoeld wordt en er echte leiders zijn, kan er enorm veel veranderen en veel sneller dan iedereen vermoedt.”

Deze waren de woorden van mevrouw Minnesma directrice van Urgenda in het rapport van Urgenda. Zie bladzijde 14 kadertje Transities. Zie verder hier.

Economisch positieve transities vloeien voort uit innovaties zoals de Industriële Revolutie en de Groene Revolutie. Wie oorlog als motor voor economisch positieve transitie aanprijst is niet goed bij zijn hoofd, omdat de menselijke, materiële en economische schade immens is. Dit weegt niet op tegen de versnelling van technische ontwikkeling.

Waant mevrouw Minnesma zich een Roosevelt? Waant zij zich de enige die inziet dat er een oorlog ‘nodig’ is tussen de verantwoordelijken voor menselijke uitstoot van CO2 en de redders van onze planeet? Deze indruk wekken die woorden van Minnesma wel. De vraag is alleen waar dit op is gebaseerd. Dit omdat de klimaatmodellen gefaald hebben, de observaties in strijd zijn met de AGW-hypothese (Anthropogenic Global Warming; door de mens veroorzaakte catastrofale opwarming) waardoor deze hypothese is weerlegd, het IPCC zelf geen verband legt tussen weersextremen en CO2-stijging, er na meer dan 40 jaar alarmisme nog steeds niets is wat aanleiding geeft tot ongerustheid, en de rol van CO2 in het niet valt bij die van waterdamp. De Zuidelijke Sahel vergroent in hoog tempo conform de natuurlijke cyclus. Dit alles is in flagrante strijd met de onheilsprofetieën van mevrouw Minnesma. Dit moge blijken uit dit citaat: Hoe langer we wachten, hoe meer de CO2 uitstoot uit het verleden optelt bij die van het heden en samen zo hoog worden, dat het leidt tot temperatuurstijgingen van meer dan 4 graden gemiddeld op aarde. Dit terwijl Nederland en meer dan 190 andere landen op basis van aanvaarde wetenschap hebben gesteld dat 2 graden temperatuurstijging al het maximum is. Daarboven leidt het met 50% kans tot gevaarlijke klimaatverandering. Wij vinden 50% kans al veel te hoog. Bovendien is 2 graden temperatuurstijging al hoger dan volgens veel wetenschappers verstandig is.

Dit zijn uit de lucht gegrepen uitspraken en ten doel hebben het volk bang te maken en aldus rijp te maken voor de door Minnesma zelf uitgeroepen oorlog. Laten we er het rapport van Crok en Lewis bij halen. Dan lezen we: In dit rapport suggereren wij dat een op observaties gebaseerde waarschijnlijkheidsrange voor TCR redelijkerwijs 1–2C kan zijn,met een beste schatting van 1,35C. De TCR van klimaatmodellen ligt met een gemiddelde van iets onder 2C veel hoger.

Let wel: deze cijfers berusten op die van het IPCC zelf. Dus over 80 jaar ligt volgens het IPCC de temperatuur waarschijnlijker onder de politiek bepaalde fictieve 2 graden opwarming dan erboven. Dit is iets anders dan wat Minnesma verkondigt: We zijn echter op weg naar een wereld waar klimaatverandering desastreuze gevolgen zal hebben, tenzij we heel snel de uitstoot van broeikasgassen beperken. De situatie is veel ernstiger dan de meeste mensen zich realiseren. De 195 landen die het Klimaatverdrag hebben ondertekend willen gevaarlijke klimaatverandering voorkomen. Zij hebben dat gedefinieerd als de gemiddelde temperatuur op aarde niet meer dan twee graden laten stijgen ten opzichte van het niveau dat we hadden toen de industriële revolutie begon. Inmiddels is het duidelijk dat we afkoersen op meer dan vier graden temperatuurstijging, als we niet snel actie ondernemen.1 Dit terwijl de wetenschap steeds ongeruster wordt en aangeeft dat twee graden temperatuurstijging eigenlijk al te veel is. Want zelfs als we de temperatuurstijging tot twee graden beperken, is de kans op gevaarlijke klimaatverandering nog steeds vijftig procent. Als je vijftig procent kans hebt het ravijn in te rijden, dan hang je aan de noodrem. Wij rijden gewoon door met 130 km/uur. Onverantwoord.

Wat een emotie allemaal en waar komt die bezetenheid toch vandaan, vooral daar mevrouw Minnesma geen bèta achtergrond heeft. Zij heeft de mond vol over de wetenschap, maar ik betwijfel of zij ook maar iets van de achterliggende natuurkunde begrijpt.

Laten we daarom kijken naar de rol van oorlogvoering: Vaak wordt beredeneerd dat oorlog gunstige effecten heeft voor de economie, zoals een lage werkloosheid en technologische vooruitgang. Dit is een voorbeeld waarbij enkel aandacht wordt besteed aan datgene wat zichtbaar is. Niet zichtbaar is dat de soldaten enkel hun werk kunnen doen doordat er grote bedragen aan belastinggeld aan hen worden besteed. Zou de oorlog niet gevoerd zijn, dan was dit geld aan iets anders besteed. Op deze wijze belemmert of vertraagt het voeren van oorlog juist de vooruitgang binnen andere industrieën en markten. Zie verder hier.

Let vooral op het woord belastinggeld, want wij kunnen dit vertalen naar de subsidies verspild aan de inferieure hernieuwbare techniek. Minnesma vergelijkt de beoogde groene transitie met de Amerikaanse oorlogsindustrie van WO 2, maar trapt in dezelfde fout als waar Bastiat op wijst. Zij is des te meer onjuist omdat er geen klimaatprobleem is noch een acute dreiging. Wat bovendien absurd is, is de drogredering over de banenmotor. 1 Baan in de exploitatie van het Gemini windpark (subsidie € 300 mln/jaar voor 100 werknemers) gaat ten koste van 60 gemiddelde banen in de zorgsector (€50.000/jaar elk). Zo is eender een oorlogsindustrie. Dit is wat mevrouw Minnesma niet wenst te begrijpen: oorlog vormt een belemmering van vooruitgang. Oorlog voeren is een dure liefhebberij die tot enorme staatsschulden leidt. Dat soort populistische standpunten zonder weloverwogen wetenschappelijke onderbouwing zijn een onjuist beginsel voor oorlogvoering met alle catastrofale gevolgen van dien zoals het verleden steeds bewees. De doctrine, als ik die zo mag noemen, van mevrouw Minnesma is dan ook gespeend van historisch besef. Er zijn immers historische voorbeelden te over van dit soort oorlogen op grond van het kritiekloos volgen van onwetenschappelijke ideologische ontsporingen of louter emotie.

Als je de antwoorden van Dijksma leest, dan zie je eenzelfde kritiekloos volgen van de ideologisch geïnspireerde summary for policymakers bij elk nieuw rapport van het IPCC en een blind vertrouwen in de, zeer betwistbare, wetenschappelijke werkwijze van het IPCC. Dit getuigt van onwetenschappelijkheid en welhaast kinderlijke naïviteit, hetgeen ik als onverantwoordelijk beleid zou willen bestempelen. Een voorbeeld is het Nationaal Energieakkoord dat zonder enige discussie werd aanvaard, waar in andere situaties (JSF) over tienden van dergelijke bedragen decennialang wordt gedebatteerd. Deze discrepantie zegt veel over de kritiekloze gedweeheid onder politici die zich hebben laten overbluffen door de onwetenschappelijke prietpraat van de milieubeweging, Urgenda en het Eco Industrieel Complex.

Dit roept geen vertrouwen op in de weloverwogenheid van onze politici, op enkelen na. Het IPCC i.c. klimaatbeleid blijkt een verlengstuk van de politiek, i.e. Maurice Strong c.s. zoals Von Clausewitz betoogde in zijn boek Vom Kriege: “Oorlog is de voortzetting van politiek met andere middelen”. Deze relatie blijkt door bovengenoemde uitspraken van mevrouw Minnesma en de antwoorden van Dijksma in de Eerste Kamer. Dit betekent steevast het naar het doel toe redeneren als ander middel. Dit vergt enige uitwerking. Zie hier.

Het bekendste begrip van Vom Kriege is de voorstelling van oorlog als een drie-eenheid, die als volgt kan worden samengevat: het volk, het leger en de politieke macht. Krijgt het volk in de drie eenheid meer invloed, dan volgt een oorlog gebaseerd op blinde, natuurlijke kracht. Hiermee verwees Clausewitz naar de chaotische situatie in Frankrijk na de Franse Revolutie. Als het leger de touwtjes in handen heeft, zal volgens Clausewitz een oorlog plaatsvinden die gedomineerd wordt door creatieve militaire denkers, maar zonder een duidelijke doelstelling anders dan de vernietiging van de vijand. Alleen wanneer de politieke macht domineert in de drie eenheid, is het aldus Clausewitz mogelijk een gelimiteerde oorlog te voeren die voortvloeit uit de rede: diplomatieke oplossingen hebben al gefaald en oorlog is slechts een volgende stap in het politieke beleid van een staat.

We kunnen stellen dat het klimaatbeleid goeddeels een variant is van het laatstgenoemde alternatief. Er zijn wel verschillen. Het belangrijkste is wel dat de rede in het klimaatbeleid vervangen is door postmoderne emotie en conveniërend samenvallen van (economische) eigenbelangen welke als wetenschap worden gepresenteerd teneinde het gemene volk te intimideren. De meest knullige ‘argumentatie’ is het 97%-consensus-argument, en falende klimaatmodellen, de hockeystickgrafiek en raadselachtige homogenisatie van temperatuurreeksen. Vakkundig is met veel PR-geweld, demonisering en angstscenario’s elke wetenschappelijk weerwoord verdreven uit diplomatieke oplossingen voor beleid inzake mitigatie en adaptatie, toegang tot betaalbare energie voor Ontwikkelingslanden en benutting van energiebronnen als kernenergie. In plaats hiervan is het volk door populistische organisaties als Greenpeace, Milieudefensie en Urgenda bang gemaakt en op Pavlov-achtige wijze afgericht dankzij de media. Ook langs deze lijn, die van het redeloos gemaakte volk dat de CO2-zondebok is opgedrongen als de te vernietigen vermeende vijand, speelt de door Minnesma c.s. gepropageerde oorlog zich af die zij maar al te graag wil ontketenen.

Het meest treurige is wel dat velen van onze politici, de enkele weldenkenden niet te na, zich lenen als verlengstuk van het Eco Industrieel Complex. Gebrek aan relevante kennis, gebrek aan bereidheid deze broodnodige relevante kennis op te doen, gebrek aan moed en inzicht om zich te ontworstelen aan het Groepsdenken en zich te beijveren voor staatsmanschap. Dit laatste is geheel zoekgeraakt. De VVD is exemplarisch, verworden als deze partij is tot een klimaatlinks populistische partij. Hoe corrumperend kan het redden van onze planeet zijn? Immers, er is geen Krieg voor nodig want er is geen vijand. Het is slechts een links populistische fata morgana. Hoe verrukkelijk eenvoudig kan het leven zijn, als men het maar ziet?