CAGW: resultaat van sjoemelsoftware?

Dinsdag 21 november 2017

Gastbijdrage van Jeroen Hetzler

Het is een opmerkelijk thema: homogenisatie van temperatuurdata.

Dit past men toe nadat bijvoorbeeld een weerhut is verplaatst waardoor een trendbreuk in de meetreeks ontstaat. Wat je in feite hebt, is het afsluiten van een oude reeks en het openen van een nieuwe. Alleen, wat wij thans kunnen constateren is dat deze breuk alsnog wordt ‘gelijmd’ door koppeling aan de nieuwe temperatuurreeks.
Het effect van deze lijming is steevast dat de oude reeks om de een of andere reden de temperatuur te hoog heeft gemeten en dus naar beneden moet worden bijgesteld. Kennelijk mat men toen verkeerd? Eigenaardig. Opvallend is dat deze, en vele andere mondiaal, lijmpogingen plaatsvinden op een moment dat de stijging van CO2 (natuurlijke plus antropogene) sterk stijgt.
Het resultaat lijkt zo een verkapte bevestiging van de weerlegde statistiek van Michael Mann inzake de hockeystickgrafiek die ons thans al die klimaatdoelen heeft opgeleverd plus bijbehorende exorbitante kosten om een niet bestaand probleem ‘op te lossen’ met inferieure middlen als hernieuwbare energie. Zie hier en hier.
Dat homogeniseren levert merkwaardige situaties op zoals verdwenen warme jaren. Het is bovendien een doorzichtige poging om een positieve correlatie tussen CO2-stijging en temperatuurstijging te forceren met als doel een causaal verband te suggereren oftewel het beed van de schuldige mens met zijn fossiele energie op te dringen. Want hier is het uiteindelijk om te doen. Even wetenschappelijk onderbouwd als dit dus:
Men verwart onzincorrelaties met de werkelijkheid. Dit is eender de onzincorrelatie tussen CO2 en temperatuur.

Zie voor verdere uitwerking van deze homogenisatie hier en hier.

Ik geef het woord aan Klimaatgek:

De wens om de ene reeks met de andere te verbinden suggereert een kennis van de invloed van de condities, die, als die er geweest zou zijn, die correcties overbodig zou maken. Men praat dus in een cirkelredenering naar het resultaat toe. Dat is meet-technisch een doodzonde. Vanuit een fundamenteel principe van het meten van een grootheid is het toepassen van correcties op individuele data alleen toegestaan, als per meetresultaat de fysische aard en de grootte van de correctie precies kunnen worden gegeven. Om hele datareeksen door een mathematisch filter te halen om zo een veelvoud van veranderende condities (locatie, apparatuur, meethut, begroeiing, verstedelijking et cetera) te “corrigeren” is vanuit meettechnische principes mijns inziens volledig ongeoorloofd.

Bovendien zijn de resultaten van De Bilt voor en na de homogenisatie geijkt op die van Eelde. Het is streng verboden om meetresultaten te ijken op die van anderen. IJken doe je op een standaard, niet op de resultaten van je buurman, omdat dan geen sprake meer is van onafhankelijke meetgegevens. Dat is een hoofdwet.

Het KNMI kan mijns inziens 4 dingen doen met de huidige gehomogeniseerde meetreeks van De Bilt, in volgorde van wenselijkheid:

1                    De homogenisatie terugdraaien en afzonderlijke meetreeksen maken
2                    De homogenisatie terugdraaien, 1 gecombineerde meetreeks maken met vermelding van de herlocatie
3                    Alles laten zoals het nu is, met vermelding dat de gehomogeniseerde data geen gemeten temperaturen zijn maar modelmatig berekende waarden
4                    Alles laten zoals het nu is

Alleen de eerste oplossing is meettechnisch correct. Niet alleen voor De Bilt, maar ook voor Den Helder, De Kooy, Groningen, Eelde, Vlissingen, Souburg, Beek en Maastricht. De gemeten waarden blijven “een conditionele maat voor de temperatuur” en niet “de temperatuur”. Immers, als je de thermometer een klein stukje verplaatst krijg je al afwijkende waarden. Daar valt wat mij betreft mee te leven, en men mag die “conditionele maat voor de temperatuur” ook wel “temperatuur” noemen. Maar niet die getallen verkregen door statistisch modelleren.  Dus de enige juiste hoogste junitemperatuur in De Bilt is die van 1917,  18,3 °C, gemeten op de rode locatie op onderstaande foto. Juni 2017 is een goede tweede met  een temperatuur van 18,0 °C op de groene locatie.
Deze zonde is o.a. ook begaan in Australië. Zie hier.

In 2017 The facts staan goede voorbeelden van dergelijk gesjoemel, want anders is dit niet te noemen. ‘Climate Change: The Facts 2017’, uitgegeven door ‘The Institute of Public Affairs’ (Melbourne)

Men wijst dan wel verontwaardigd naar Volkswagen, maar steek eens de hand in eigen boezem. Ik kan weinig meer doen dan de reeks voorbeelden door koppelingen aan u lezer aanbieden. Zie hier, hier en hier. Het komt erop neer dat men naar de gewenste uitkomst toe redeneert, een niet onbekend verschijnsel, en zelfs niet voor gesjoemel terugdeinst.

Helaas is deze pseudo wetenschap als uiting van het huidige tijdperk van Obscurantisme als verdrijving van de Verlichting bon ton geworden om de angst voor een verschrikkelijke opwarming, die al 40 jaar uitblijft, levend te houden. Immers, de afwijking tussen de projecties van het IPCC, die op de herroepen berekeningen van Arrhenius van 1896 zijn gebaseerd, en de werkelijkheid lopen steeds meer in het oog, ondanks het toepassen van sjoemelstatistiek door het IPCC.

Maar de politiek negeert deze onwetenschappelijke basis en baseert het Regeerakkoord op de doelstellingen van Parijs, indirect gebaseerd op de weerlegde hockeystick van Michael Mann, ergo: Kyoto. Het is een bedenkelijk voorbeeld van politieke kortzichtigheid dat in schril contrast staat met doordacht staatsmanschap en wijsheid zoals bijvoorbeeld die van Thorbecke. Het valt tegen dat dit kabinet niet in staat blijkt zich te distantiëren van de CAGW-hypothese (Anthropogenic Global Warming; door de mens veroorzaakte catastrofale opwarming). Het huidige beleid lijkt daarentegen thans gedomineerd door belangenverstrengelingen binnen het Eco Industrieel Complex. De vraag luidt dus: waarom gelooft men in de alarmistische verhalen van deze belanghebbenden en randfiguren als Bernice Notenboom?

Verontrustend is vast te stellen dat de ongecijferde politiek aan de leiband van die belanghebbenden blijft lopen, deels dus uit onwetendheid, maar ook ruggengraatloosheid en ideologie. Vooral het optreden van partijen als de VVD, CDA, CU en D66, die toch claimen door intellectuelen gesteund te worden, wekt verbazing. Zijn deze intellectuelen thans gevangen in het tijdperk van het Neo Obscurantisme in navolging van het geloof in heksen? Het lijkt er wel op. Het wachten is op het tijdperk van de Neo Verlichting, maar dit zal nog wel een poos duren omdat thans een complete generatie is gehersenspoeld.

De conclusie luidt dan ook dat er naar de uitkomst wordt toegesjoemeld. Als dit het beste is dat de representanten van de klimaatwetenschap weten in te brengen, dan is dit geen reclame voor deze respectabele jonge en vooral uiterst complexe tak van wetenschap.

Gezien de voorbeelden van bedenkelijke statistiek, mag men zich afvragen in welke positie het alarmisme zich manoeuvreert. Dezelfde als deze minister van informatie? zie hier.

Het is wel kenmerkend voor onze postmoderne maatschappij waar ideologisch dogmatisme voor waarheid wordt aangenomen. Klimaatbeleid ofwel het Ministerie dat zich bemoeit met het weer in 2050, wat een schizofrene baan moet dit zijn: natuurwetten weerleggen en een niet bestaand probleem oplossen op basis van sjoemelstatistiek, gerommel met datareeksen en gefaalde klimaatmodellen die zelfs alle stations van hindcasting missen.

We kunnen constateren dat onze maatschappij, naar analogie van de EU, bezig is een fuik binnen te zwemmen waar alle vrijheid tot gedegen wetenschapsbeoefening steeds verder ingeperkt wordt totdat er geen ontkomen meer is aan het Neo Obscurantisme dat klimaatbeleid heet. Zie hier hoe dit in zijn werk gaat. Groepsdenken, machtshonger, onkunde, gebrek aan staatsmanschap en moed, en vooral hebzucht maken meer kapot dan onze (klein)kinderen lief zal zijn.