Subsidie fossiele brandstoffen: het eeuwige misverstand

Dinsdag 28 juli 2015

In het FD van vandaag verscheen een commentaar van mevrouw Neelke Doorn inzake subsidie en energietransitie. Helaas was dit commentaar weer gebaseerd op de onjuiste veronderstelling dat subsidies aan fossiele brandstoffen die aan hernieuwbare energievormen verre overtreffen.

Dit misverstand steekt telkenmale de kop op en trekt een scheef beeld van de kansen voor de, door mw. Doorn onderschreven, hernieuwbaarheidvariant van energietransitie. Hernieuwbaar is om diverse redenen in strijd met duurzaamheid zoals deze door de VN geformuleerd (bekend als de Brundtland-definitie). Dit kwam in het commentaar van mw. Doorn niet ter sprake.

Daarnaast stak dan de misvatting over subsidies aan fossiele brandstoffen weer de kop op.

Het gaat namelijk om 2 verschillende zaken: belastingmaatregelen en directe geldstroom zijnde subsidie.

Die belastingmaatregelen gelden namelijk voor ieder bedrijf dat zich wil vestigen en heet industriepolitiek. Het is dan ook niet zo dat een bedrijf als Shell bij wegvallen van die belastingvoordelen noodgedwongen zal stoppen met boorplatforms laten bouwen etc. Shell zal dan zijn hoofdzetel naar, noem maar, Londen verplaatsen, Kingston Barbados of waar dan ook waar een gunstiger belastingklimaat heerst. Dit geldt overigens niet uitsluitend voor olie-, gas- en kolenmaatschappijen, maar ook voor fabrikanten van stoeptegels, cosmetica, staal et cetera. Gelijke monniken, gelijke kappen.

Er is dan ook geen extra heffing op ieders energierekening voor ‘subsidie’ aan fossiele energie, fabrikanten van stoeptegels, cosmetica, staal etc. Voor hernieuwbaar geldt dit wel: SDE+ die over een jaartje of 10 naar € 1000/jaar extra zal stijgen teneinde de subsidies in € per kWh te kunnen overmaken op de bankrekeningen van wind- en zonneparkexploitanten, biomassaproducenten en landheren die windmolens op hun landgoed hebben staan –een vorm van denivellering-.

De netto geldstroom gaat nog altijd van fossiel naar de staat in de vorm van winstbelastingen e.d. en van de eindgebruiker aan de pomp naar de staat in de vorm van accijnzen. Er is dus ook om deze reden geen sprake van enig vergelijk met de hernieuwbaarheidsubsidies.

https://www.groene-rekenkamer.nl/4686/subsidie-belastingvoordelen-accijnzen-en-groene-desinformatie/

Subsidie is een rechtstreekse geldstoom naar een producent om een kostprijs kunstmatig laag te houden. Dit is goed te zien in het door mw. Doorn aangehaalde IMF-rapport waar alle misverstand door is ontstaan. Dit rapport laat zien dat voornamelijk in dictaturen substantiële daadwerkelijke subsidies in de vorm van kunstmatig laag gehouden benzineprijzen, (broodprijzen, spijsolie, et cetera trouwens ook; zie de broodopstand in Tunesië en het benzineoproer in Syrië). Er komt geen OESO-land op deze lijst voor, want die houden de benzineprijs juist kunstmatig hoog.

Cost

http://joannenova.com.au/2012/09/government-burn-70-billion-a-year-subsidizing-renewables-and-wild-claims-of-fossil-fuel-subsidies-debunked/

Subsidies gaan natuurlijk wel naar R&D, garantiestelling (met name voor kernenergie om investeerders te lokken) e.d. omdat nu eenmaal geldt: gelijke monniken gelijke kappen. Dus ook voor onze stoeptegel-, cosmetica- staalfabriek etc.

Inclusief de belastingmaatregelen voor vestiging (hier gedefinieerd als ondersteuning), ziet men dit:

FedSub

Kijken we nu naar herleiding naar de eenheid waar het uiteindelijk om gaat, dan krijgt men dit:

FedSub2

Er gaat dus per eenheid kWh, en om deze eenheid gaat het, dus dik 1200 meer naar zon dan naar kolen. De SDE+subsidie betreft daadwerkelijk €/ geleverde kWh.

http://www.eia.gov/analysis/requests/subsidy/pdf/subsidy.pdf

Er bestaat geen soortgelijke regeling voor fossiel en kern. Zij krijgen niet per geleverde kWh uitbetaald, want dit is in het geheel niet aan de orde.

Als de Overheid alle subsidies en ondersteuning intrekt houdt hernieuwbaar per direct op te bestaan. Shell, onze stoeptegel-, cosmetica- staalfabriek etc. zullen daarentegen blijven bestaan. Het gaat immers om structurele levensvatbaarheid. I.t.t. fossiel dat onder normale omstandigheden levensvatbaar is, blijft hernieuwbaar niet levensvatbaar en zal dit ook nooit kunnen worden om diverse fysische redenen.

Marktverstorende subsidie aan deze inherent niet levensvatbare hernieuwbaarheidvariant van energietransitie kunnen dit niet verhullen. En dus verschilt industriepolitiek fundamenteel van hernieuwbaarheidsubsidiepolitiek. De eerste brengt een positieve economische transitie teweeg zoals sinds duizenden jaren eigenlijk al, maar zeker na 1750. De tweede brengt een negatieve economische transitie teweeg zoals blijkt uit de kosten per groene baan die altijd een veelvoud zijn van niet groene en dus negatieve transitie betekenen. Het windpark Gemini maakt het wel heel bont. Daar kost een gesubsidieerde baan in de exploitatie maar liefst 60 banen in de gezondheidszorg. Of dit nu technisch verantwoord is tegenover de volgende generatie….?