Waardoor ‘hernieuwbaar’ onze maatschappij te gronde richt

Donderdag 14 juni 2018

Een gastbijdrage van Jeroen Hetzler

Het menselijk broeikaseffect, ofwel ‘Anthropogenic Global Warming’ (AGW), is een hypothese. Als deze hypothese correct zou zijn, dan zouden alle natuurlijke invloeden op de klimaatschommelingen van vóór 1850 tot tenminste het einde van de jongste grote ijstijd moeten kunnen worden uitgefilterd, zodat een rechte lijn overblijft. Die poging is gedaan door Michael Mann met zijn hockeystick-grafiek. Naderhand bleek de curve te berusten op statistische manipulatie, maar de geest ervan vinden we terug in de klimaatdoelen. Wij weten door empirisch bewijs dat dit niet het geval is en dat er schommelingen plaatsvonden tussen +4°C en –6°C.

Dit nu geldt ook voor de opwarming na 1850, omdat in weerwil van sterk gestegen CO2–emissie, er zich temperatuurschommelingen bleven voordoen. Na 1998 is de gemiddelde stijging vrijwel gestopt en zit de temperatuur thans op het niveau van 1988 (volgens de UAH-satellietmetingen)

Tevens lopen de temperaturen steeds verder achter bij de klimaatmodellen. Het is bedenkelijk dat het IPCC, het klimaatpanel van de VN, ons wil doen geloven dat het voor 95% zeker is dat de mens voor ten minste 50% verantwoordelijk is voor de temperatuurstijging van na 1950. Die 50% is uit de lucht gegrepen.

We zien een opwarming van ongeveer een halve graad tussen 1915 tot 1945, dan lichte afkoeling tot 1975 en daarna weer opwarming. Aangezien er tussen 1950 en 1975 geen opwarming was, zegt het IPCC in feite dat tenminste de helft van de opwarming sinds 1975 door de mens komt. Die opwarming bedroeg ongeveer 0,6 graden. Sinds 1850 hebben we ongeveer 0,8 graden opwarming gehad. Vertaald naar de hele periode zegt het IPCC daarom dat zij het extreem waarschijnlijk vindt dat tenminste 0,3 van de 0,8 graden (dat is nog geen 40%) opwarming door de mens komt. Zij sluit dus niet uit dat ruim 60% van de opwarming sinds 1850 door andere (natuurlijke) oorzaken kan komen. Stel je voor dat het IPCC het zo geformuleerd zou hebben: wij kunnen niet uitsluiten dat ruim 60% van de opwarming sinds 1850 door andere factoren dan de mens veroorzaakt is.

Eerder heb ik uitvoerig aandacht besteed aan de toepassing van nepstatistiek wat die 95% betreft. Het IPCC en de klimaatmodellen pretenderen bovendien meer te weten dan wiskundig thans mogelijk is. Zie hier.

De conclusie is dus dat het IPCC dramatiseerde. Onwetenschappelijk! Dit alles laat concluderen dat er geen reëel klimaatprobleem is, slechts een imaginair in de vorm van ideologie en een verdienmodel van het Eco Industrieel Complex.

Voor het verdienmodel hoeven wel slechts naar de bankrekening van Al Gore te kijken en de gehele ‘duurzaamheids’ industrie, die veel geld verdienen aan de energierekeningen van de huishoudens.

Ter illustratie: de windplannen van het Energieakkoord van 2013 kosten tenminste € 73 miljard voor een povere 3% van het Nederlandse energieverbruik. Per huishouden komt dit op € 52/maand. Trekken wij dit door naar de 49% van het Regeerakkoord, dan wordt dit dus € 850 per maand per huishouden.

Subsidieloze windmolens is dus helaas en valse voorstelling van zaken, omdat veel kosten van de investeerder/exploitant worden overgeheveld naar Netbeheer. De post Netbeheer op uw energierekening zal dus fors stijgen. Zie hier en hier

Energieprobleem?

Is er een energieprobleem? Het antwoord is: Nee. Anders zouden de huidige fossiele brandstoffen nu al onbetaalbaar zijn. Aan bewezen voorraden is er genoeg voor honderden jaren. Volgens de energieprojecties van het ‘International Energy Agency’ (IEA) zal de bijdrage van ‘hernieuwbaar’ in de komende 25 jaar nauwelijks veranderen. De oorzaken zijn duidelijk. Deze energiebronnen zijn namelijk inferieur zowel qua vermogensdichtheid als qua leveringszekerheid. Vermogensdichtheid kan worden uitgedrukt in aantal Watt geleverde energie per in beslag genomen oppervlak (oppervlak windpark, zonnepanelen, energiecentrale e.d.).

Tevens zijn vooral wind en zon van het weer afhankelijk. De leveringszekerheid (iets anders dan productiefactor) qua vereist vol vermogen blijkt amper de 5% te halen en dan nog op niet te plannen momenten. Kern– en fossielgestookte centrales hebben een leveringszekerheid van 95% en een levensduur tot wel 60 jaar; windmolens 15 jaar en zonnepanelen 25 jaar.

Pessimistisch wereldbeeld

Velen van ons hebben een sterk verouderd en zeer pessimistisch beeld van de stand van onze beschaving en die van de planeet. Helaas doen velen, NGO’s, media, milieubeweging en onwetende journalisten, verwoede pogingen dit pessimistische beeld in stand te houden. De feiten vertellen echter een andere verhaal. (Zie bijvoorbeeld Hans Rosling en zijn Gapminder op internet).

De negatieve beeldvorming is mede de grootste bedreiging voor correcte beleidsvorming, zoals bij het klimaat– en energiebeleid. Kijken wij namelijk naar het begrip EROI (Energy Return on Energy Invested, zie toelichting hier) dan kunnen we constateren dat wij de moderne of opkomende maatschappijen, die het leeuwendeel van alle landen omvatten, nooit in stand zullen kunnen houden met inferieure energiebronnen als windmolens, zonnepanelen en biomassa.

Wij kunnen inmiddels een patroon ontdekken in de maatschappelijke discussie over energie. Eerst demonisering van kerncentrales, vervolgens, kolencentrales en thans het gas. Dus de energiemix wordt beperkt tot olie en hernieuwbaar als voornaamste stroomleveranciers. We hebben gezien dat dit niet realiseerbaar en betaalbaar is. Het is bovendien hoogst onverantwoord, omdat energie de achilleshiel vormt van elke beschaving, zoals de historie aantoont.

Conclusies

  1. Er bestaat geen klimaat– en energieprobleem.
  2. Het IPCC presenteert een vertekend, overgedramatiseerd beeld van klimaatverandering.
  3. De media houden een sterk verouderd wereldbeeld in stand om angst in te boezemen. Vooral de milieubeweging, NGO’s en instituties als Urgenda versterken dit beeld door het angstinstinct te bespelen met onjuiste ‘voorspellingen’ over uitstervende ijsberen, afsmeltende ijskappen en wat dies meer zij, terwijl empirisch het tegenovergestelde blijkt.
  4. ‘Hernieuwbare’ energie is niet in staat onze moderne maatschappij in stand te houden.
  5. Het klimaat– en energiebeleid berust op de weerlegde AGW-hypothese, onjuiste cijfers door manipulatie, overdramatisering en misplaatst pessimisme, waarbij we kunnen vaststellen dat wetenschap (empirie, logica en wiskunde) hier geen rol van betekenis in speelt.